-
1 konsolidieren
-
2 verstetigen
-
3 solidify
v. vastmaken, hechter maken; vast of hechter worden[ səliddiffaj] 〈zelfstandig naamwoord: solidification〉 -
4 consolidate
v. vormgeven; versterken; vermengen[ kənsolliddeet] 〈zelfstandig naamwoord: consolidation〉1 hechter/steviger/stabieler worden2 zich aaneensluiten ⇒ samengaan, fuserenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 consolideren ⇒ verstevigen, stabiliseren♦voorbeelden: -
5 affermir
affermir [aafermier]1 verstevigen ⇒ versterken, consolideren1 steviger, vaster worden ⇒ zich versterken
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский